De sluiting van de rookruimten in de horeca die op 1 april ingaat, kan grote gevolgen hebben voor de openbare orde. Daarvoor waarschuwt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) naar aanleiding van een nog vertrouwelijke politierapportage, waarover De Volkskrant bericht.
De VNG heeft haar leden een brief geschreven waarin staat dat het aanstaande verbod op rookruimten in horecagelegenheden zorgt voor een ‘fundamentele spanning’ tussen het beleid van de Rijksoverheid en gemeentelijk beleid voor coffeeshops. In veel gemeenten in Nederland geldt een zogeheten blowverbod. Dit houdt in dat het gebruik van softdrugs in de openbare ruimte niet is toegestaan. De maatregel is bedoeld om overlast tegen te gaan en ervoor te zorgen dat er onder de burgers geen negatief veiligheidsgevoel ontstaat.
De belangenvereniging van Nederlandse gemeenten is van mening dat lokale regelgeving (niet blowen op straat en een eventueel samenscholingsverbod in bepaalde gebieden) kan botsen met het beleid van de rijksoverheid (rookruimtes verboden, dus de straat op). Afgezien van de brandbrief weigert de VNG elk commentaar, aldus De Volkskrant. De achterliggende gedachte is dat de alarmerende politieanalyse niet openbaar is.
In september vorig jaar oordeelde de Hoge Raad dat rookruimtes in de horeca met onmiddellijke ingang dicht moesten. Om horecaondernemers niet meteen in het nauw te drijven, besloot staatssecretaris Paul Blokhuis hun de tijd te geven tot 1 april dit jaar.
Meer bij De Volkskrant:
VNG waarschuwt voor overlast door sluiting rookruimten
