In Amsterdam is deze week de eerste ‘Ambassadeur van de cultuur van het pijproken’ benoemd. Daarover bericht het Stan Huygens Journaal in De Telegraaf. De eerste die de titel mag gaan voeren is kunstkenner en antiquair Josept Estié, werkzaam voor de Amsterdamse antiquair Salomon Stodel Antiquités. Estié is bij het grote publiek vooral bekend van het programma Tussen kunst en kitsch, waar hij onder meer optreedt als expert in Delfts aardewerk, Europees porselein en aardewerk, zilver en meubelen.
Estié, volgens Stan Huygens een warm pleitbezorger van de cultuur rond het genietend roken, kreeg bij zijn benoeming tot ambassadeur een oorkonde van Cornelis Crans, voorzitter van de Nederlandse Federatie van Pijprokers (NFP).
De titel ‘Ambassadeur van de cultuur van het pijproken’ is mede bedoeld om onder de aandacht te brengen dat pijproken behoort het Nederlands immaterieel cultureel erfgoed. Tot voor kort kende Nederland de titel Pijproker van het jaar’, die vanaf 1972 bestond en in dat jaar voor het eerst gevoerd werd door Prins Bernhard.
Het opsteken van een pijp heeft tegenwoordig een negatieve lading. Reden voor de Nederlandse Federatie van Pijprokers (NFP) om een nieuwe manier te zoeken om de schoonheid van het roken als onvervalst Nederlands cultuurgoed onder de aandacht te brengen. Volgens de federatie is het zelfs zo dat veel verwoede pijprokers niet meer publiekelijk voor hun liefhebberij durven uitkomen ‘vanwege de negatieve sfeer die rond roken wordt gecreëerd’. Met de benoeming van Joseph Estié tot ‘Ambassadeur van de cultuur van het pijproken’ hoopt men het tij enigszins te kunnen keren.
