De rechter heeft een straf opgelegd van 150 uur taakstraf en een maand voorwaardelijke celstraf aan de eigenaar van een opslag- en overslagbedrijf in Vianen. De eigenaar bewaarde ruim 11 miljoen sigaretten waar geen accijns over was betaald. Tijdens een actie van de FIOD en de douane ruim 3 jaar geleden werden deze sigaretten ontdekt.
Als de sigaretten legaal op de Nederlandse markt waren gekomen, dan had de overheid meer dan € 2,6 miljoen aan accijns verdiend. Dat geld wil de belastingdienst verhalen bij de 57-jarige Nieuwegeiner, de eigenaar van het bedrijf.
In oktober 2020 kwamen de controlediensten langs voor een doorzoeking in de loods. Toen lagen de sigaretten daar al weken. Later die dag zou de lading worden opgehaald door een man die de sigaretten daar had opgeslagen, volgens de verdachte. De Nieuwegeiner kon niets vertellen over deze man, alleen dat hij een Rotterdams accent had.
De eigenaar wist in eerste instantie niet wat er in de plastic omwikkelde balen zat. Maar drie dagen voor de controle, vroeg de klant of de Nieuwegeiner even de sigaretten in kartonnendozen kon verpakken. En tijdens de inval was hij daar nog mee bezig. “Ik probeer zo veel mogelijk dat de klant bij het laden en lossen is, de papieren komen meestal achteraf”, verklaarde de Nieuwegeiner.
Volgens het OM had de eigenaar moeten zien dat het ging om illegale sigaretten. De lading had vooraf gecontroleerd moeten worden. Op de pakjes stond alles in het Roemeens en ontbraken accijnszegels. Volgens de officier van justitie is de illegale rookwaar nog slechter voor de gezondheid dan de legale rookwaar. Het OM eiste 9 maanden gevangenisstraf. Dat vond de advocaat veel te hoog en eiste vrijspraak of een strafvermindering.
De rechter hield in zijn beslissing rekening dat de vondst al meer dan drie jaar geleden was. Ook heeft de eigenaar een flinke duw gekregen omdat zijn vergunning is afgenomen om zijn zaak te houden. Daarnaast kreeg hij ook een flinke naheffing van de fiscus. De rechter legde een taakstraf op van 150 uur. Daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van twee jaar. Beide partijen hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.
Lees het hele artikel verder op rtvutrecht.nl