Yaël Ossowski, adjunct-directeur van Consumer Choise Center (een organisatie die opkomt voor de rechten van de consument), blijft zich hooglijk verbazen over de opstelling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het gaat om ‘vapen’. Dat schrijft hij in een opiniebijdrage in het Britse internetmagazine Spike.
Hoewel de praktijk in Groot-Brittannië uitwijst dat steeds meer Britten de e-sigaret gebruiken om van het roken af te komen (op dit moment zijn er dat zo’n 1,2 miljoen) en officiële cijfers uitwijzen dat ‘vapen’ de gezondheidsrisico’s met 95 procent vermindert, krijgen organisaties die hier aandacht voor vragen geen voet aan de grond bij vergaderingen in Genève.
De hoogste bazen van de WHO vinden, aldus Yaël Ossowski, dat – ondanks het ontbreken van tabak – vaping en e-sigaret-apparaten als ‘tabaksproducten’ moeten worden beschouwd, en derhalve onderworpen dienen te worden aan dezelfde wetten, beperkingen en verboden. Dit zou feitelijk het vermogen van mensen om te stoppen met roken kunnen belemmeren. “Een bedreiging voor de volksgezondheid”, aldus Ossowski.
Lees meer bij Sp!ked:
WHO’s afraid of vaping